De Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) verplicht elke school tot het instellen van een MR. De WMS is sinds 30 november 2006 van kracht. Het doel van de MR is een bijdrage te leveren aan (de besluitvorming over) het schoolbeleid. De MR bestaat uit een vertegenwoordiging van de ouders en een vertegenwoordiging van het personeel van de school. Ouders en leerkrachten praten mee over de inhoud en de organisatie van het onderwijs op de school. Dit is van groot belang omdat de inzichten en ideeën van ouders en leerkrachten niet altijd overeen hoeven te komen met die van de directie van de school. Om invloed te kunnen uitoefenen beschikt de MR over een advies- dan wel instemmingsrecht bij bepaalde onderwerpen. Daarnaast beschikt de MR over een initiatiefrecht. Dat betekent dat de MR te allen tijde zaken ter discussie mag stellen of ongevraagd advies kan uitbrengen richting de schooldirectie. Centraal in het opereren van de MR staat echter de samenwerking met de directie in het belang van de school.