Katholieke Basisschool De Vonder in Borne geeft leerdoelgericht onderwijs. Dit houdt in dat we kijken naar de leerdoelen, die in een bepaalde periode moeten worden behaald. We bekijken wat de kinderen hiervan al beheersen en passen hier ons onderwijsaanbod op aan. Op het gebiedvan rekenen en technisch leesonderwijs zijn we begonnen met groepsdoorbrekend onderwijs. Dit houdt in dat kinderen instructie krijgen op het instructieniveau dat bij hen past.
Met het team willen we samen met kinderen, hun ouders/verzorgers (hierna te noemen: ouders) en hun omgeving werken aan een dynamische school. Een school die oog heeft voor de samenleving. KBS De Vonder staat voor zelfstandigheid, activiteit, pluriformiteit, eigenheid, maar zeker ook voor stabiliteit en veiligheid. Kinderen zijn unieke wereldburgers, die een natuurlijke wil hebben om te leren. Daar willen we op aansluiten door die wil te prikkelen. Daar is vertrouwen voor nodig. Van ons in de kinderen en u, van de kinderen in ons en van u als ouder in ons en het onderwijs dat wij bieden. Dat geeft kinderen een stevige basis voor het heden en voor de toekomst.
We werken in basisgroepen, bestaande uit 2 leerjaren. Kinderen leren hierbij van elkaar door op verschillende gebieden samen te werken door samen opdrachten uit te voeren of samen iets te maken. Kinderen kunnen elkaar ook behulpzaam zijn bij het aanleren van nieuwe dingen.
Door veel oefenen kunnen kinderen zich vaardigheden eigen maken die ze regelmatig nodig hebben. Routines komen veel voor in basisdomeinen als taal, rekenen, sport & beweging, kunstzinnige vorming en algemene vaardigheden. Voor de diverse domeinen worden leerlijnen vastgesteld om bij te kunnen houden wat kinderen kunnen en wat ze moeten leren.
Vanuit de basisvakken rekenen, taal en lezen wordt door de leerkracht een aanbod verzorgd dat aansluit bij het niveau van het kind. Door aantrekkelijk materiaal te gebruiken en kinderen te motiveren (vooral hen die dat extra nodig hebben) willen we kinderen uitdagen deel te nemen aan dat aanbod. Door middel van een instaptoets bekijken wat een kind al beheerst. Als kinderen iets al goed kunnen, dan hoeven we hen dat niet opnieuw te leren. Na afloop wordt middels een toets bekeken of ieder kind de aangeboden stof beheerst of nog extra instructie nodig heeft.
Door op deze manier te werken leren kinderen de routines terwijl ze bijvoorbeeld met inzichtelijk werk bezig zijn. Daar zit tijdswinst. Bovendien zijn ze vaak meer gemotiveerd.